Welke eurobiljetten zijn er?
Euro biljetten zijn er in zeven verschillende waarden. Zij hebben elk een andere kleur en grootte. Het ontwerp van de bankbiljetten van de euro is gebaseerd op hetzelfde thema, namelijk ‘Europese architectuur uit verschillende artistieke periodes’. Op de voorkant van elk biljet (de zogenaamde recto) staat een venster of poort afgebeeld. De achterkant (de zogenaamde verso) toont een brug.
Op alle eurobiljetten staat een afbeelding van de Europese vlag en vijf versies van de afkorting van de Europese Centrale Bank (BCE, ECB, EZB, EKT en EKP). De afgebeelde vensters en bruggen bestaan overigens niet echt. Bij biljetten is het gebruikelijk bijvoorbeeld een persoon of gebouw ad te beelden dat kenmerkend is voor dat land. Om geen landen te bevoordelen, is ervoor gekozen om fictieve en land-neutrale afbeeldingen op de eurobiljetten te gebruiken.
Beveiliging bankbiljetten euro
De euro bankbiljetten zijn goed beveiligd. Ze zijn gemaakt van een combinatie van uniek papier bestaande uit katoenvezels en op sommige delen is een voelbaar reliëf aangebracht. De biljetten zijn voor iedereen dus duidelijk herkenbaar, ook voor blinden en slechtzienden. Alle eurobiljetten zijn tevens voorzien van diverse echtheidskenmerken. Zo kennen het vijf euro biljet en de biljetten van 10 en 20 euro allen de kenmerken watermerk, veiligheidsdraad, baanvormige folie met hologram en iriserende baan. Grotere coupures zoals het 50 euro biljet en het 100, 200 en 500 euro biljet beschikken daarnaast over zegelvormig folie met hologram en optisch variabele inkt.
Er wordt door de eurolanden gewerkt aan een vernieuwing van de huidige eurobiljetten. Deze biljetten worden voorzien van nieuwe echtheidskenmerken, zodat vervalsen nog lastiger wordt gemaakt. Inmiddels zijn er daarom al een vernieuwd 5 en 10 euro biljet uitgegeven. Echte biljetten zijn nu al op vijftien kenmerken te onderscheiden van valse biljetten.
Uitgave euro biljetten
De eurobiljetten worden uitgegeven door de centrale banken van de verschillende deelnemende eurolanden. Elke nationale centrale bank neemt sinds 2002 de productie van één of twee specifieke biljetten voor zijn rekening. Dat betekent dat de centrale banken dus onderling bankbiljetten moeten uitwisselen. Uit een inventarisatie is gebleken dat de meeste bankbiljetten die Nederlanders in hun portemonnee hebben zitten, afkomstig zijn uit het buitenland. 22 procent van de biljetten bleek uit Duitsland te komen, 19 procent uit Frankrijk, 11 procent uit Oostenrijk en 10 procent uit Spanje. In Nederland is het briefje van vijftig euro het biljet dat het meeste in omloop is.